De Wet - gebod 8 - stelen
Psalm 50 : 7
"Ziet gij een dief, gij loopt met hem en steelt;
Gij zijt het, die met overspelers deelt
In't vuil vermaak van hun ontuchtigheên;
Uw mond is vol van ongebonden reên;
Uw snode tong is afgericht op liegen,
En steeds gewend aan veinzen en bedriegen."
Samenzang Psalm 50 Tekst en beeld Psalm 50