Psalm 101

Vers 1
'k Zal van de deugd der milde goedheid zingen,
Van 't heilig recht der strenge rechtsgedingen:
Een psalmgezang, o hooggeduchte HEER,
Uw naam ter eer. 

Vers 2
'k Zal met verstand den weg betreên der vromen;
Wanneer zult Gij, mijn Bondgod, tot mij komen?
Ik zal doen zien in al mijn huisbeleid
D' oprechtigheid. 

Vers 3
'k Zal met vermaak naar 't kwaad niet overhellen,
Geen godd'loos stuk mijzelf voor ogen stellen;
Ik haat het doen der schend'ren Uwer wet,
En schuw die smet. 

Vers 4
't Verkeerde hart, in wien 't mij ook moog' blijken,
Zal uit mijn huis en van mijn omgang wijken;
Mijn gunst zal hen, die boze wegen gaan,
Nooit gadeslaan. 

Vers 5
'k Zal over hem, die achterklapt, mij belgen;
Den lasteraar zijns vriends zal ik verdelgen;
Die, trots van hart, met nijdig' ogen ziet,
Verdraag ik niet. 

Vers 6
Ik sla op die getrouw in 't land zijn d' ogen;
Ik zal in eer hen aan mijn zij' verhogen,
En doen hem, die in 't spoor der deugd zal treên,
Mijn dienst bekleên. 

Vers 7
Maar elk, die snood, door listige bedrijven,
Zijn voordeel zoekt, zal in mijn huis niet blijven;
Geen leugenaar, die waarheid stout verbant,
Houdt bij mij stand. 

Vers 8
Ik zal mijn wraak godd'lozen ieder' morgen
Gevoelen doen, en 't recht zijn klem bezorgen,
Om in de stad des HEEREN niet te voên,
Die 't kwade doen. 

Samenzang Psalm 101  Tekst en beeld Psalm 101

Psalm 101 zingen

Psalm 101 en jij 

De rode draad van Gods liefde

Kijken en luisteren naar Jezus

Thuis in het Woord

Bidden met de Psalmen

Welkom in de strijd

Bijbel (HSV) blauw

Journalbijbel

HSV Bijbel in een jaar

Bijbel voor jou

Huisbijbel HSV

SV | HSV | KJV | FR | DU | AFR | ESP

Psalm 101

1 De David. Psaume.
Je chanterai la bonté et la justice; C'est à toi, Éternel! que je chanterai.

2 Je prendrai garde à la voie droite. Quand viendras-tu à moi? Je marcherai dans l'intégrité de mon coeur, Au milieu de ma maison.

3 Je ne mettrai rien de mauvais devant mes yeux; Je hais la conduite des pécheurs; Elle ne s'attachera point à moi.

4 Le coeur pervers s'éloignera de moi; Je ne veux pas connaître le méchant.

5 Celui qui calomnie en secret son prochain, je l'anéantirai; Celui qui a des regards hautains et un coeur enflé, je ne le supporterai pas.

6 J'aurai les yeux sur les fidèles du pays, Pour qu'ils demeurent auprès de moi; Celui qui marche dans une voie intègre sera mon serviteur.

7 Celui qui se livre à la fraude n'habitera pas dans ma maison; Celui qui dit des mensonges ne subsistera pas en ma présence.

8 Chaque matin j'anéantirai tous les méchants du pays, Afin d'exterminer de la ville de l'Éternel Tous ceux qui commettent l'iniquité.

Sponsor:

Jongbloed Media

Bijbels met Psalmen

Bijbels Herziene Statenvertaling

Bijbels voor jongeren

Kinderbijbels

Uitgeverij Groen