Psalm 108

Vers 1
Mijn hart, o Hemelmajesteit,
Is tot Uw dienst en lof bereid.
'k Zal zingen voor den Opperheer;
'k Zal psalmen zingen tot Zijn eer.
Gij, zachte harp, gij schelle luit,
Waakt op; dat niets uw klanken stuit';
'k Zal in den dageraad ontwaken,
En met gezang mijn God genaken. 

Vers 2
Ik zal, o HEER, Uw wonderdaân,
Uw roem den volken doen verstaan;
Want Uwe goedertierenheid
Is tot de heem'len uitgebreid;
Uw waarheid heeft noch paal noch perk,
Maar streeft tot aan het hoogste zwerk.
Verhef U boven 's hemels kringen,
En leer al d' aard' Uw grootheid zingen. 

Vers 3
Zo word' Uw dierbaar volk in 't end,
Bevrijd van rampspoed en ellend';
O God, verlos ons door Uw hand,
Verhoor ons, zend ons onderstand.
Gij hebt tot onze vreugd voorspeld,
En in Uw heiligdom gemeld:
Dat Sichem mij zijn Vorst zou heten,
En ik het dal van Sukkoth meten. 

Vers 4
Gans Gilead behoort aan mij;
'k Voer in Manasse heerschappij;
Ik zie hen knielen voor mijn kroon;
Daar 't moedig Efraïm mijn troon,
Door zijn geduchte macht versterkt;
En Juda's wijsheid medewerkt,
Om mijnen zetel vast te zetten,
Door welgeschikt' en schrand're wetten. 

Vers 5
Gans Moab buigt zich dienstbaar neer,
Erkent mij voor zijn Opperheer,
Daar 't, van zijn hogen troon gestort,
Veracht'lijk mij ten waspot wordt.
Ik werp mijn schoen op Edoms grond,
Op Edom, 't welk mijn macht weerstond;
'k Juich over u, o Palestijne,
Als ik in zegepraal verschijne. 

Vers 6
Wie heeft mij zoveel heils bereid?
Wie is 't, die mij in Edom leidt?
Wie voert mij in een vaste stad?
O God, die ons verstoten had;
Gij, die met onze legerschaar
Ten strijd niet uittoogt in 't gevaar;
O God, wiens gramschap ons deed vrezen,
Wiens gunst ons troost; zult Gij 't niet wezen? 

Vers 7
O God, die 's lands benauwdheid ziet,
Red toch Uw volk uit zijn verdriet;
Want 's mensen heil is ijdelheid;
Maar als Gods almacht ons geleidt,
Dan doen w' in Hem de kloekste daân,
Zodat wij duizenden verslaan;
Want allen, die ons wederstreven,
Zal Hij vertreden en doen sneven. 

Samenzang Psalm 108  Tekst en beeld Psalm 108

Psalm 108 zingen

Psalm 108 en jij 

Samen onderweg naar Pasen

101 bemoedigingen voor moeders

Een wereld op zichzelf

Vrouw vandaag

Duivels dichtbij

Journalbijbel

HSV-jongerenbijbel

Bijbel (HSV) met psalmen - hardcover bloemen

Bijbel (HSV) met psalmen - hardcover zwart

HSV Studiebijbel

SV | HSV | KJV | FR | DU | AFR | ESP

Psalm 108

1 Cantique. Psaume de David.
Mon coeur est affermi, ô Dieu! Je chanterai, je ferai retentir mes instruments: c'est ma gloire!

2 Réveillez-vous, mon luth et ma harpe! Je réveillerai l'aurore.

3 Je te louerai parmi les peuples, Éternel! Je te chanterai parmi les nations.

4 Car ta bonté s'élève au-dessus des cieux, Et ta fidélité jusqu'aux nues.

5 Élève-toi sur les cieux, ô Dieu! Et que ta gloire soit sur toute la terre!

6 Afin que tes bien-aimés soient délivrés, Sauve par ta droite, et exauce-nous!

7 Dieu a dit dans sa sainteté: Je triompherai, Je partagerai Sichem, je mesurerai la vallée de Succoth;

8 A moi Galaad, à moi Manassé; Éphraïm est le rempart de ma tête, Et Juda, mon sceptre;

9 Moab est le bassin où je me lave; Je jette mon soulier sur Édom; Je pousse des cris de joie sur le pays des Philistins!

10 Qui me mènera dans la ville forte? Qui me conduit à Édom?

11 N'est-ce pas toi, ô Dieu, qui nous as repoussés, Et qui ne sortais plus, ô Dieu, avec nos armées?

12 Donne-nous du secours contre la détresse! Le secours de l'homme n'est que vanité.

13 Avec Dieu, nous ferons des exploits; Il écrasera nos ennemis.

Sponsor:

Jongbloed Media

Bijbels met Psalmen

Bijbels Herziene Statenvertaling

Bijbels voor jongeren

Kinderbijbels

Uitgeverij Groen