Psalm 126

Vers 1
Wanneer de HEER, uit 's vijands macht,
't Gevangen Sion wederbracht,
En dat verlost' uit nood en pijn,
Scheen 't ons een blijde droom te zijn.
Wij lachten, juichten; onze tongen
Verhieven 's HEEREN naam, en zongen.
Toen hieven zelfs de heid'nen aan:
"De HEER heeft hun wat groots gedaan." 

Vers 2
God heeft bij ons wat groots verricht;
Hij zelf heeft onzen druk verlicht;
Hij heeft door wond'ren ons bevrijd;
Dies juichen wij, en zijn verblijd.
Breng, HEER, al Uw gevang'nen weder;
Zie verder op Uw erfvolk neder;
Verkwik het, als de watervloed,
Die 't zuiderland herleven doet. 

Vers 3
Die hier bedrukt met tranen zaait,
Zal juichen, als hij vruchten maait;
Die 't zaad draagt, dat men zaaien zal,
Gaat wenend voort, en zaait het al;
Maar hij zal, zonder ramp te schromen,
Eerlang met blijdschap wederkomen,
En met gejuich, ter goeder uur
Zijn schoven dragen in de schuur. 

Samenzang Psalm 126  Tekst en beeld Psalm 126

Psalm 126 zingen

Psalm 126 en jij 

De waarheid maakt vrij

Op zoek naar vreugde in het ambt

Kijken en luisteren naar Jezus

Vrouw vandaag

Rust en regelmaat bij God

Bijbel voor jullie

Gespreksbijbel HSV

Notitiebijbel

Bijbel (HSV) blauw

Mannenbijbel

SV | HSV | KJV | FR | DU | AFR | ESP

Psalm 126

1 Een lied Hammaaloth. Als de HEERE de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen.

2 Toen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong met gejuich; toen zeide men onder de heidenen: De HEERE heeft grote dingen aan dezen gedaan.

3 De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan; [dies] zijn wij verblijd.

4 O HEERE! wend onze gevangenis, gelijk waterstromen in het zuiden.

5 Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.

6 Die het zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; [maar] voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven.

Sponsor:

Jongbloed Media

Bijbels met Psalmen

Bijbels Herziene Statenvertaling

Bijbels voor jongeren

Kinderbijbels

Uitgeverij Groen