Psalmen
Lofzang van Zacharias vers 1
Dat toch de Heer zij gemaakt groot,
Israëls God zij geprezen,
Die Zijn volk heeft in angst en nood
Bezocht en verlost uit dezen;
En den hoorn des heils opgerecht,
In 't huis van David Zijnen knecht;
Zo Hij hadde tevoren,
Door Zijner heilige profeten mond,
Wel voorzeid tot menigen stond,
Den vaderen van Hem uitverkoren;