Aardsgezindheid
Psalm 49 : 7
Schoon hij zich op deez' aard' in wellust baadt,
En ieder roemt zijn weeld' en overdaad,
Hij daalt nochtans, gelijk zijn gans geslacht,
Vervreemd van God, in 's afgronds donk'ren nacht.
Gij dan, o mens, hoe waard, hoe groot in eer,
Zo gij den wil versmaadt van uwen HEER,
Dan gaat gij, als de beesten, haast verloren;
Een wis verderf is u ten lot beschoren.
Samenzang Psalm 49 Tekst en beeld Psalm 49