J
Ja waarlijk, God is Isrel goed,
Ja, Amen, trouwe Vader, ja;
Ja, elk der vorsten zal zich buigen
Ja, ik ben als een, wiens oren
Ja, 't lust U, HEER der legerscharen,
Ja, zonder vrees mocht Isrel veilig trekken;
Jeruzalem, dat, zo ik u vergete,
Juich, aarde, juicht alom den HEER;
Juich, aarde, juich met blijde galmen
Juicht, elk om strijd, met blijde galmen;
Juicht, o volken, juicht;
Psalm 44 : 11
Ja, hadden w', in dien druk gezeten,
Den naam van onzen God vergeten,
De handen, in verlegenheid,
Tot vreemde goden uitgebreid,
Zou God, naar Zijn onkreukbaar recht
Die euveldaad niet onderzoeken?
Al wat in 't hart wordt overlegd,
Kent Hij, tot in de diepste hoeken.
Gekoppelde kernwoorden:
• Afgoderij• Alwetendheid / God kent het hart
• De Wet - gebod 1 - afgoden