Psalm 150 en jij
Auteur: ds. W. Pieters
De laatste Psalm. Als je nog niet hebt begrepen met welk doel God je heeft gemaakt en onderhouden, en als je nog steeds je afvraagt: “Waarom ben ik er eigenlijk?”, of als je nog steeds niet beseft wat het ware geluk is, dan kun je dit allemaal in deze laatste Psalm vinden.
Wanneer alleen is de lof waar die God zo eeuwig waard is? Als die begint waar Psalm 150 begint: in het heiligdom. Daar alleen kunnen we weer leren God te loven. Waar het offer is. Niet het offer dat ik bedenk of voortbreng, maar dat God heeft ingezet en uiteindelijk Zelf brengt: Zijn Zoon op Golgotha. De Schrift leert ons dat niemand God volmaakt heeft geprezen met woorden en daden, dan alleen Gods eniggeboren Zoon. En de Schrift leert ons ook dat het oprechte lofprijzen van God (al is het in dit leven nog niet volmaakt) door ons alleen geleerd kan worden op de school van de Heere Jezus.
Wanneer we onze ogen goed de kost hebben gegeven in het heiligdom, en onze oren aandachtig te luisteren hebben gelegd aan de bijzondere Openbaring die ons daar tegemoet klinkt, sluiten we ogen en oren niet voor de werken van God in de schepping, de natuur. Hetzelfde vers dat ons naar het Heiligdom leidt, brengt ons ook in verrukking bij het zien van de heldere lucht (bij dag: azuurblauw; bij nacht: met ontelbaar vele sterren versierd). Want God moet ook om die wondere almacht, wijsheid en goedheid worden geprezen.
In vers 2 wordt dit in algemene woorden omschreven: ‘Zijn mogendheden’ en ‘de menigvuldigheid van Zijn grootheid’. Hier kun je alles bij denken wat over Gods macht of over Zijn groot-zijn gaat op het terrein van onder andere Zijn Vaderlijke zorg. Denk hierbij – om één ding te noemen – aan wat de Heidelbergse Catechismus hierover opmerkt in antwoord 1:
Mijn getrouwe Zaligmaker bewaart mij zó nauwkeurig, dat zonder de wil van mijn Hemelse Vader geen haar van mijn hoofd kan vallen.
Loof de HEERE. God zij lof.
Overvloedig prijzensstof
Is er in Zijn heiligdom.
’t Zwerk vertoont Zijn kracht alom.
God de HEERE zij geprezen.
Loof Hem om Zijn wond’re macht,
Om de grootheid van de kracht
Van Zijn eeuwig Godd’lijk Wezen.
Een kernvers is:
Laat alles wat adem heeft,
de HEERE loven. Hallelujah!
Psalm 150 en jij, deel 2
Heel typisch is het dat in deze laatste Psalm zoveel muziekinstrumenten worden genoemd:
- bazuin
- luit
- harp
- trommel
- fluit
- snarenspel
- orgel
- schel klinkende cimbalen.
Wie leest wat in de Bijbel nog meer over deze muziekinstrumenten staat geschreven in verband met het loven en dienen van onze Heere, kan geen andere gevolgtrekking maken dan dat de dienst van God een blijde en vrolijke dienst is. God wil graag dat Zijn kinderen blijde mensen zijn.
De Psalm, en het Psalmboek, eindigt met de oproep: “Alles, wat adem heeft, love de HEERE!” En ik kan niet beter doen dan hiermee instemmen en je van harte uitnodigen om het inderdaad te doen. Je hebt immers adem gekregen! Nu, loof en jubel dan voor jouw God, Die je gemaakt heeft, Die je verzorgd heeft, Die je een Verlosser gegeven heeft, Die je vele keren tot Zich geroepen heeft.
Een ontzettend ernstige waarschuwing zit in dit laatste vers ook verborgen: wat denk je in de eindeloze toekomst van het hiernamaals te doen, als je Hem nu niet wilt loven? Alleen wie dit hemelwerk op aarde leert, zal voor eeuwig daarin bezig zijn.
God de Vader is al onze eer en dank waard!
Zijn Zoon, onze Heere Jezus Christus, is al onze eer en dank waard!
De Heilige Geest, de Trooster, is al onze eer en dank waard!
Laat der mensen lof en dank
Klinken in bazuin-geklank.
Dat de harp door snarenspel
Met de luit Gods lof vertell’.
Laat de trom zijn dienst bewijzen.
Citers, ’t orgel en de fluit
Klinken samen overluid
Om de grote God te prijzen.
Loof God met het cimbel-spel,
Vrolijk klinkend, luid en schel.
Loof de HEERE, wees verheugd.
Geef nu weerklank aan uw vreugd.
Alles moet Gods grootheid eren.
Laat wat leeft en adem heeft
Loven Hem Die alles geeft.
Halleluja, loof de HEERE!
Meer over psalm 150
Psalm 150 zingen
Psalm 150 onberijmd
Samenzang psalm 150
Tekst en beeld psalm 150